Tijdens de rondleiding door het huis begint mijn man rare geluiden te maken. Een hele wintermaand lang gaan we in hier in Zuid-Spanje op dit huis passen. Ik heb me enorm verheugd, ik ga mijn jaarlijkse winterdip hier ‘es in alle zonnigheid omzeilen! De Engelse eigenaresse vertelt ons dat haar twee honden, een stoer ras, het állerbelangrijkste zijn in dit oppasgebeuren. De twee paarden en vierendertig kippen óók, maar ietsje minder, tweede plaats.
Ze tovert twee gebreide pyjamaatjes tevoorschijn: die moeten we de honden aantrekken voor de nacht. Ze liggen op de mooiste plek, de serre. Vóór het slapen gaan moeten we gedroogde, bruine kippennekjes onder de mat in de huiskamer verstoppen en dan roepen: zoek de nekjes! Mijn man hoest met uithalen, het klinkt alsof hij huilt. Ik vertel de vrouw dat hij Gilles de la Tourette heeft. Wat een béétje waar is.
‘s Avonds zak ik volledig murw op het smalle logeerbed. Ik had moeten skypen. Dóórvragen. Ik heb ons zon en avonturen beloofd, en nu zitten we in een donker hondenhokhuis. Mijn man staart verlangend uit het raam, ik zeg dat we gelukkig best dicht bij Malaga zitten; hij is dol op die stad. We kunnen, zegt hij grimmig, niet langer dan vier uur achter elkaar van huis weg, vanwege de darlings. Ik schrik van een harde bons. De honden springen jankend tegen onze deurklink op, diep verontwaardigd dat ze buitengesloten zijn. Ik overweeg een paniekaanval. Dit gaat een lange maand worden. En dat wordt het.
Wat vind jij?