In Zwitserland heb ik soms het gevoel alsof ik in de film The Truman Show verzeild ben geraakt.
Zulke ruige en indrukwekkende natuur, en dan toch zo keurig keurig. Houten banken om op te verpozen, poepzakjes voor honden, openbare toiletten mét wc-papier. De wandelpaden staan uitermate goed aangegeven: niet hier, wel daar. Het lijkt wel of iedereen er slank is, met gespierde kuiten. En dan zijn de mensen in het agrarische kanton Schwytz, waar wij op een huis passen, ook nog eens uitermate vriendelijk. Hoewel ik op één dag twee woedende boeren achter me aan krijg.
Boze boeren
We passen een maand lang op een huis met 2 honden, en de jongste heeft enorm veel energie en luistert alleen wanneer het haar uitkomt. Zo niet, dan rent ze als een speer door een nette moestuin of zit een kat achterna. Dus komt er ineens een boer op een tractor achterna en schreeuwt me toe: als dit nog één keer gebeurt, ja dan…! In het kanton Schwytz mag je honden niet los laten lopen, nergens niet; je kunt er een hoge boete voor krijgen. En regels zijn regels.
Vanuit ons oppasadres in Oberiberg maken we niet alleen fantastische bergwandelingen, we gaan ook naar Luzern en Zürich. Prachtige, ruime steden. Nu, in Corona-tijd, is het er rustig en relaxed. Oude stadscentra, hartstikke leuke café’s en door beide brede rivieren en een meer. In Luzern een brede flaneerboulevard langs het meer, met bomen voor de schaduw en plekken om jeu de boul te spelen. Op een snikhete dag gaan we er zwemmen in het immense Vierwoudstrekenmeer, met links uitzicht op de stad en rechts op de bergtoppen. Zelfs nog met een dot sneeuw hier en daar. Ansichtkaart compleet. (ja, die bestaan heus nog wel).
Wat vind jij?